Topografie leren om een voldoende te halen, hoe pak je het aan?
Veel kinderen vinden het lastig om topografie te leren. Met name kinderen met dyslexie hebben hier moeite mee. Ze hebben immers moeite met automatiseren. Daardoor is het moeilijk om feiten te leren. De plaatsnamen zeggen hen niets en ze hebben er ook geen beeld bij. Het lukt vaak wel om de plaatsnamen in de omgeving te leren. Deze namen hebben een betekenis. Ze zien er een plaatje bij. Dit hebben ze niet bij plaatsen en landen buiten Nederland.
OZC Cascade geeft tips om je topografie te leren
1. Maak stippen van plaatsen herkenbaar
Je kind heeft waarschijnlijk een zwart-wit kaartje meegekregen met daarop stippen van plaatsen. Maak deze herkenbaar. Breng kleur aan op de kaart. Bijvoorbeeld; maak de rivieren blauw, geef de landen verschillende kleuren, zet een klein symbooltje bij de plaats waarmee het kind de plaats kan onthouden (bijv. Zwolle laat ze een bolletje wol tekenen, Groenlo een groen tekeningetje, Lelystad teken een bloem).
2. Associaties
Omdat een kind vaak geen beeld heeft bij de verschillende plaatsen kan je een filmpje of een foto over de plaats laten zien. Misschien kan je als ouder iets vertellen over een plaats of land waar jezelf bent geweest. Vaak is het zo dat als je een grappig of een bijzonder verhaal vertelt het langer blijft hangen.
3. Verbanden leggen
je kan proberen om een plaats te onthouden door verbanden te leggen. Om topografie te leren kan het helpen om iets grappigs te bedenken wat rijmt op de plaatsnaam. Maak daarbij een beweging die bij de plaats past of hang er een bepaalde emotie aan. Het werkt het beste als het kind zelf de associatie bedenkt.
4. Geheugen, verdeel het leren
Ons korte termijn geheugen/werkgeheugen kan gemiddeld 7 dingen tegelijk onthouden. Vandaar dat je kind het beste tijdens het topografie leren niet meer dan 7 nieuwe plaatsen/landen achter elkaar kan leren. Pas als ze deze kennen begin je met de volgende zeven. Ga dus niet de avond voor het proefwerk topografie leren, maar verdeel het over een aantal dagen. Herhaal ook steeds de eerst geleerde woorden. Je zult zien dat ze het geleerde dan over een tijdje ook nog weten.
5. Loci-route
Bedenk een route (bijv. in huis) of een verhaal waarin je allerlei plaatsen of landen bedenkt. Op deze manier leert een kind ook een bepaalde volgorde van de plaatsnamen/landen.
Hoe werkt dit?
- Kies een vaste looproute door het huis of bijv. naar de supermarkt
- Kies vaststaande punten bijv. de kapstok, trap, bank en tv.
- Zet in gedachten (of eerst op papier) de plaatsnamen bij een voorwerp.
- Laat een kind in gedachten meerdere keren de route lopen en de plaatsen benoemen. Bijvoorbeeld; ik kom eerst bij de kapstok daar zie ik ‘Emmeloord’ daarna zie ik de trap ‘Kampen’, ik ga naar de kamer en zie de bank ‘Zwolle’.
- Hoe levendiger ze de innerlijke voorstelling kunnen maken hoe beter ze het kunnen onthouden.
6. De dag voor de toets neem je samen met je kind nogmaals alles door
Daarnaast is het goed om te weten dat bij kinderen met dyslexie de schrijffouten nooit meetellen tijdens de topografie toets.
Veel succes!
OZC Cascade is gespecialiseerd in dyslexieonderzoek en de behandeling van dyslexie.